Wing Chun gebruikt het gehele lichaam als wapen. Het wordt gezien als zeer economisch, omdat er wordt gezocht naar een zo groot mogelijk effect met minimale inzet. Een belangrijke principe is het centerlijnprincipe, waarbij een zo kort mogelijke afstand naar de tegenstander wordt gezocht. Tevens wordt er gebruik gemaakt van een gelijktijdige aanval en verdediging.

De basisprincipes van Wing Chun

De effectiviteit van het Wing Chun–systeem ligt onder andere in het kennen en het kunnen toepassen van enkele basisprincipes. Wing Chun werkt met vier basisprincipes.

  1. Als de weg vrij is, stoot door.
    Als de tegenstander de vuisten of wapens niet tegenhoudt, wordt er verder aangevallen.
  2. Als de weg niet vrij is, blijf kleven.
    Als de tegenstander de armen blokkeert, of op de één of andere manier tegenhoudt, worden de armen niet teruggetrokken, maar wordt er met een blijvende druk naar de tegenstander toegewerkt.
  3. Geef mee.
    Als de tegenstander een druk in een bepaalde richting geeft, heeft dit een vervorming van de armen tot gevolg. Er wordt niet tegen de druk ingewerkt.
  4. Als de tegenstander zich terugtrekt, volg hem.
    Doordat er continu een druk naar voren wordt gegeven, en de tegenstander laat een gaatje in zijn verdediging, schiet de arm door deze opening naar voor.

De vier krachtprincipes van Wing Chun

  1. Bevrijd jezelf van je eigen kracht.
    Bij elke techniek die de beoefenaar uitvoert, moeten deze proberen zo ontspannen mogelijk te zijn, zonder evenwel druk te verliezen. Ze moeten ontspannen kunnen bewegen om te kunnen anticiperen op de acties van de tegenstander. Wanneer ze te gespannen zijn, fungeert die spanning als een rem op het reactievermogen.
  2. Bevrijd jezelf van de kracht van de tegenstander.
    Wanneer de tegenstander kracht gebruikt, gebruik dan geen tegenkracht, maar leid zijn kracht af. Men mag eigenlijk nooit de kracht van de tegenstander voelen.
  3. Gebruik de kracht van de tegenstander tegen zichzelf.
    Maak gebruik van de kracht die je tegenstander tegen jou gebruikt. Als de tegenstander je naar zich toetrekt, gebruik dan die energie als deel van jouw aanval.
  4. Voeg er eigen kracht aan toe.
    Wanneer je aan het voorgaande nog eens je eigen kracht toevoegt, zorgt dit voor maximaal effect.

De vijf afstanden van een gevecht

In een echte situatie waarin men zichzelf moet verdedigen, bestaan geen scheidsrechterlijke regels die de uitkomst van het gevecht kunnen veranderen of beïnvloeden.

Tijdens de Wing Chun-training proberen de beoefenaars zo veel mogelijk echte situaties na te bootsen en zo veel mogelijk te trainen op mogelijke oplossingen. Door rekening te houden met de vijf afstanden binnen een gevecht wordt geprobeerd zo efficiënt en zo realistisch mogelijk de technieken in te trainen.

In elk van onderstaande beschreven afstanden kunnen de Wing Chun-principes toegepast worden. Deze afstanden zijn:

  1. De trapafstand (vechten met de voeten)
  2. De vuiststoot-afstand (vechten met de handen)
  3. De knie-elleboog-kopstoot-afstand
  4. De worpafstand (vasthouden, worstelen)
  5. Het grondgevecht-afstand